Piet Sleeking
Wethouder Ruimtelijke Ordening en Binnenstad, Cultuur en Toerisme, Vergunningverlening en Handhaving
Waar bent u trots op? Welke kansen hebt u herkend en verzilverd?
“Het is geweldig dat de gemiddelde Dordtenaar intussen wat trotser is op de stad dan tien jaar geleden. Ik ben vooral trots op het project Stadswerven. Daar zijn een nieuwe bioscoop en een nieuw stedelijk plein gekomen. De exploitatieproblemen bij het Energiehuis zijn opgelost en het faillissement van cultuurcentrum ToBe is uiteindelijk netjes afgewikkeld. Ik ben blij dat we erin zijn geslaagd de Primark naar Dordrecht te halen, dat is een echte publiekstrekker. En daarnaast ook Jac Hensen in een prachtig gerestaureerd pand. Ook mooi: we zijn de tweede beste binnenstad geworden voor 2015-2017. Het gevolg van alle investeringen in onze stad is dat het aantal toeristen toeneemt. Ons imago wordt steeds positiever, mede dankzij succesvolle evenementen zoals Koningsdag 2015 en prachtige tentoonstellingen in het Dordrechts museum.”
Als het gaat om het coalitiespeerpunt ‘kansen zien en verzilveren’ schuift Sleeking met zichtbaar genoegen het Nationaal Onderwijsmuseum als voorbeeld naar voren. “Dat zat vroeger in Rotterdam en het had daar een huisvestingsprobleem. Wij hebben het naar Dordrecht kunnen halen en ondergebracht in ‘De Holland’, een historisch pand dat er lang verkommerd bij stond. Het is schitterend opgeknapt en het museum trekt jaarlijks zo’n 35.000 bezoekers naar Dordrecht. Verder zijn we er met elkaar in geslaagd de raad te overtuigen dat het verstandig is om een nieuw, duurzaam bedrijventerrein te realiseren, gericht op maritiem-logistiek. Daar is grote belangstelling voor, maar we verkopen de kavels niet aan iedereen. We stellen als eis dat de bedrijven die zich er vestigen behoorlijk wat werkgelegenheid meebrengen.”
"Wij hebben het Nationaal Onderwijsmuseum naar Dordrecht kunnen halen en ondergebracht in ‘De Holland’. Het historische pand is schitterend opgeknapt en het museum trekt jaarlijks zo’n 35.000 bezoekers naar Dordrecht."
Een ander succes is volgens Sleeking dat de plannen voor de aanleg van 150 villa’s en een golfbaan aan de oostkant van de stad definitief zijn afgeblazen. “Het zou een enorme ingreep in het polderlandschap zijn geweest. Dordrecht heeft behoefte aan flinke aantallen nieuwe woningen, maar de afspraak is dat die niet in de polders komen. Liever aan de Spuiboulevard, in de spoorzone of in het gebied van het Leerpark, Gezondheidspark en Amstelwijck.”
Tot slot is Sleeking trots op de toonaangevende rol die Dordrecht in Nederland speelt als ‘klimaatadaptieve’ stad. “We moeten rekening houden met de mogelijke effecten van de klimaatveranderingen, vooral als het gaat om intensieve buien. We zijn bezig onze stad daarop voor te bereiden, vooral bij de ruimtelijke inrichting. We willen de blauw/groene infrastructuur versterken, vooral gericht op meer ruimte voor wateropvang en het toevoegen van kwaliteit.”
Wat is niet goed gelukt en wat was uw eigen aandeel daarin?
“Onze stad heeft een paar hardnekkige problemen, die veel tijd kosten. Een goed voorbeeld is de leegstand en de verwaarlozing van panden, met name historische panden in het kernwinkelgebied. We bestrijden dat probleem met een mix aan maatregelen, zoals subsidies voor schilderwerk. Aan de andere kant pakken we eigenaren van panden die al lang worden verwaarloosd voortaan harder aan, tot beslaglegging en executieverkoop aan toe. De verkrotting op cruciale plekken zoals halverwege de Voorstraat is iedereen een doorn in het oog, maar het is een verhaal van de lange adem. We hebben ons ook aan procedures te houden.”
De plannen voor de omgeving van de Visbrug hadden achteraf gezien anders moeten worden gepresenteerd, stelt Sleeking vast. “Het college was heel enthousiast over het aanvankelijke plan, maar bij de raad en de burgers was er onvoldoende draagvlak. Achteraf vind ik dat we het toen niet handig hebben aangepakt. We hadden de betrokken partijen beter moeten meenemen in de besluitvorming. Meer draagvlak moeten creëren. We gaan het nu anders doen, minder ambitieus. Wat ik ervan geleerd heb, is dat we van tevoren voor onszelf scherper moeten hebben wat de kaders zijn en hoe je iedereen hierin meeneemt. Soms moet je je verlies nemen en opnieuw beginnen.”
Welke aandachtspunten zou u uw opvolger willen meegeven?
“Er liggen grote uitdagingen te wachten, zoals de uitgesproken ambitie in de groeiagenda. Daarvoor moeten we wel in staat zijn enkele forse knelpunten op te lossen, waaronder de beperkingen die er zijn door het vervoer van gevaarlijke stoffen door de stad. Er liggen ook de nodige kansen en het is de kunst om op zorgvuldige wijze meters te maken en daar onze inwoners goed bij te betrekken. Verder zou ik mijn mogelijke opvolger willen vragen: kijk eens of je onze stad nog aantrekkelijker kunt maken door beleving van het water te stimuleren, bijvoorbeeld door waterbussen en –taxi’s. Betere toegankelijkheid van de havens, met je sloep naar de bioscoop, voorafgegaan door een etentje.”