De afgelopen twee jaar hebben we met veel inzet gewerkt aan de zorgvuldige landing van taken in het kader van de drie decentralisaties. Deze transitie heeft veel gevraagd van professionals in het veld. Er was voor veel van hen sprake van een nieuwe rol en verantwoordelijkheid en ook van nieuwe collega's en een nieuwe werkplek. We hebben als gemeente een sturende en faciliterende rol vervuld in deze periode.
De decentralisaties zijn op verschillende schaalniveaus aangepakt. Zo heeft de voorbereiding op de decentralisatie jeugdzorg plaatsgevonden op Zuid-Holland-Zuidniveau en de Participatiewet voor het overgrote deel op Drechtstedelijk niveau. Voor de transitie AWBZ naar Wmo geldt dat 'maatwerk' op de schaal van de Drechtsteden aangepakt is en dat Dordrecht voor beschermd wonen centrumgemeente is.
De transitie in het sociaal domein was een omvangrijke klus. Een klus die (redelijk) goed geklaard is. De komende periode ligt de nadruk op transformatie: wezenlijke verandering in de zorg en ondersteuning. In 2015 zijn we gestart met een vraaggerichte werkwijze, oftewel een 'sociale ontwikkelagenda'. Hier gaan we mee door.
De sociale teams en jeugdteams staan in het hart van de uitvoering. Per 1 januari 2015 zijn de sociale teams in West na een pilotfase een structurele voorziening geworden en zijn ook in de gebieden Oost en Centrum sociale teams gevormd. Er is voortvarend gewerkt aan de teamvorming, de nieuwe werkwijze (vanuit eigen kracht bewoner) en uniforme methodiek en het zoeken van samenwerking met netwerkpartners. Inwoners weten de weg naar de sociale teams goed te vinden en zijn tevreden met de ondersteuning
Vanaf 1 januari 2015 zijn ook de drie jeugdteams van start gegaan in Dordrecht. De professionals in deze teams zijn in dienst van de Stichting Jeugdteams ZHZ en hebben allemaal een specifieke achtergrond in de jeugdhulpverlening. Er zijn in de afgelopen periode belangrijke stappen gezet in het optimaliseren van de expertise en werkwijze van de professionals. Hetzelfde geldt voor de verbinding van de teams met belangrijke andere voorzieningen, zoals onderwijs, voorscholen, Veilig Thuis en huisartsen. In 2016 gaan we verder met de doorontwikkeling van de sociale teams en jeugdteams. Centraal staat hierbij een uniforme, gezamenlijke visie en bijpassende werkwijze, waarbij oog is voor de juiste spreiding, aansturing en facilitaire ondersteuning. Belangrijke uitgangspunten zijn het vergroten van de eigen kracht in de wijken, en het vergroten van de bekendheid van de sociale teams in hele werkgebied. We zetten ook sterk in op de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers (om mogelijkheden voor informele zorg te vergroten).
De beheersmatige kant van de transitie had veel aandacht, met als resultaat dat de financiële huishouding grotendeels op orde is. Dat ging niet zonder slag of stoot, kijk bijvoorbeeld naar het budget voor beschermd wonen en opvang. Na een stevige en uiteindelijk succesvolle lobby bij het rijk is een bijstelling afgedwongen voor een structurele verhoging van zo'n 6 miljoen euro. We zien dat de financiële huishouding voorlopig op orde is. De overdracht vanuit zorgkantoor, provincie en zorgverzekeraar liet te wensen over. Relatief gezien is er sprake van een goede sturing en informatievoorziening. Grip krijgen en de informatievoorziening ook naar de gemeenteraad verder verbeteren kost tijd. Voor mensen met een loonwaarde van minder dan 50 procent zijn er vanuit het regionaal beleid van de Participatiewet mogelijkheden om te participeren. De gemeente zorgt voor de plekken, de Sociale Dienst bepaalt de loonwaarde en Stichting MEE verzorgt de matching. De ambitie op het aantal beschikbare plekken dat we lokaal kunnen bieden is ruimschoots behaald. Er waren in 2015 circa 17 leerwerkbedrijven die meer dan 375 plekken bieden. De ambitie om in dit eerste jaar al direct minimaal 400 deelnemers (50% van de meervoudig lokale ambitie) actief te hebben op Participatieplekken bleek niet reëel. In totaal zijn er in 2015, 303 deelnemers gestart en waren er in totaal 367 deelnemers in 2015 actief bezig op een participatieplek. Er zijn meer plekken die benut kunnen worden. Regionaal wordt er 64% van benut. Gezamenlijk werken we in de regio aan een betere benutting en verbeterde matching.
Voor de komende jaren ligt de focus op een wezenlijke verandering in ondersteuning en zorg in Dordrecht (transformatie). We laten ons inspireren door ervaringen van inwoners en cliënten leidend te maken. We werken samen met inwoners en partners uit zorg, werk, onderwijs, jeugd en welzijn. Met deze vraaggerichte werkwijze, die we sociale ontwikkelagenda noemen, zijn we in 2015 gestart en daar gaan we de komende jaren mee door.